Candid. Platform
for growth.

Snapchat: eindeloze reclamemogelijkheden via geofilter

Van Facebook naar Instagram en Snapchat; de populariteit verschuift steeds meer naar deze ‘nieuwe’ social media. Vooral jongeren zitten massaal op Snapchat. Dat staat bekend om de tijdelijke snaps (maximaal 10 seconden) die je privé naar vrienden stuurt, of voor een dag in jouw openbare newsfeed ‘Mijn verhaal’ kunt tonen. Allemaal met het doel te laten zien wat je doet en waar je bent. In Amerika zijn ze al een stap verder en wordt er door adverteerders flink geëxperimenteerd. Met geofilters bijvoorbeeld.

 
Hollister Friday Vibes
Zo kreeg je laatst als je in de buurt kwam van 1 van de 19.000 geselecteerde scholen in de VS en Canada, de optie van kledingmerk Hollister om jouw foto met Hollister Friday Vibes-filter te posten. Leuk voor de scholieren die dankzij het jongerenmerk alvast een weekendgevoel kregen.

 
Verdienmodel
Voor Snapchat is de geofilter de perfecte uitkomst om via het medium een mooi verdienmodel te creëren. Het is per gebruiker namelijk moeilijk het geslacht en de leeftijd te achterhalen. Maar door op de locaties in te springen, in dit geval high schools, weet je als merk dat je op deze manier een groot deel van jouw doelgroep bereikt.

 
Studie ontwijkend gedrag
Uit onderzoek van Piwek & Johnson komt ook nog eens naar voren dat Snapchat vooral wordt gebruikt voor entertainment en als studie naar ontwijkend gedrag. En dit allemaal in de vorm van selfies en grappige foto’s. Deze worden gestuurd naar een hechte groep vrienden, gemiddeld 9 tot 12 mensen. In tegenstelling tot Instagram en Facebook, waar iedere foto met een zo groot mogelijke groep dan wel de hele wereld wordt gedeeld.

 
Big Mac op je foto
Op deze behoefte aan entertainment kun je als merk dus perfect inspringen. En niet door een saaie of irritante advertentie, maar door een creatieve filter die voor de doelgroep ook echt leuk is om te gebruiken.
McDonald’s was het eerste merk dat hier in Amerika afgelopen jaar al mee experimenteerde. Als je in de buurt van de fastfoodketen kwam, kreeg je de mogelijkheid om een selfie met frites en Big Mac naar je vrienden te sturen.

Verder grijpt Hallmark deze decembermaand aan om een kneuterig filtertje aan te bieden als je bij een van de grote kerstbomen in New York en Dallas in de buurt komt. En zo komen er steeds meer merken bij die de geofilter gebruiken.

 
Nu NL nog
Er zijn op dit moment bijna 2 miljoen Nederlanders die de Snapchat-app op hun telefoon hebben gedownload. Hiervan is 71% in de leeftijdscategorie van 12 -19 jaar, blijkt uit onderzoek van Telecompaper. Het wordt dus tijd dat merken in Nederland ook zichtbaar worden op dit populaire sociale medium. Zo zou het voor fashion merken als Primark, Topshop, H&M en CoolCat een goede manier zijn om nog meer onder de aandacht bij de doelgroep te komen. Bijvoorbeeld met speciale happy shopping-filter. De mogelijkheden zijn eindeloos. Nu alleen nog de vraag aan Snapchat: wanneer kunnen we er hier ook mee beginnen?
Tuesday, 24 November 2015 | Written by Kim Buitenhuis

Frank.news voorspelt: Rolo’s olifant wint Gouden Loeki aller tijden

Het Nederlandse publiek mocht de afgelopen maanden zijn stem uitbrengen op de populairste en meest memorabele tv-commercial van de afgelopen vijftig jaar.

Omdat de Ster een halve eeuw bestaat reikt de stichting de Gouden Loeki Aller Tijden uit. Op woensdag 25 november wordt de winnaar bekendgemaakt.

Frank.news was benieuwd naar de uitslag en vroeg alvast aan ruim 900 Nederlanders wie zij denken dat er gaat winnen. Dat wordt de olifant van Rolo, die niet vergeten is hoe het kleine jongetje hem plaagde met de chocoladesnoepjes. 15,6 procent van de Nederlanders denkt dat deze spot gaat winnen, blijkt uit onderzoek van onderzoeksbureau Vostradamus.

Maar het zal wel een nek-aan-nek race worden. Petje Pitamientje van de Calvé pindakaas-reclame is bij 14,9 procent favoriet voor de eindzege. Woensdag 25 november weten we wie van deze twee de felbegeerde trofee krijgt.

(Bron: Vostradamus)
 
Friday, 20 November 2015 | Written by André Oerlemans

In 4 stappen naar 400 miljoen Instagram-gebruikers

Wordt Instagram het nieuwe Facebook? Het sociale medium groeit in populariteit. Waar Facebook steeds minder wordt gebruikt, groeit Instagram (ook onderdeel van Facebook) alleen maar. Maar hoe zet je dit sociale medium als merk het beste in?

 
Wat gebeurt er nu al?
Met 400 miljoen gebruikers die met elkaar 80 miljoen foto’s per dag uitwisselen, is Instagram een geweldig sociaal medium waar je als merk ook aan mee moét doen. Of toch niet?

Na een vluchtig zoekrondje valt op dat er nog maar weinig Nederlandse merken te vinden zijn. Het aantal is iets gestegen nu het medium sinds oktober ook advertising mogelijkheden biedt. Maar het is nog niet noemenswaardig. Dit valt Theo Nieveen, Creative Director van VLAM, Agency voor Behavioural Advertising, ook op: ,,Onze klanten doen nog niets met Instagram. Maar zij zijn niet de enige: we zien nog weinig andere merken actief op dit sociale medium. KLM doet mee, maar post voornamelijk foto‘s van vliegtuigen. En Mercedes gebruikt het bijvoorbeeld vooral om een bepaald model samen te kunnen stellen. Het is alleen de vraag of de Instagram-doelgroep hierop zit te wachten.”

 
Social media moe
En dat is ook precies hetgeen wat Rocco Stallvord ziet gebeuren. Stallvord is oprichter van Filter, de eerste Instagram Agency in Nederland: ,,In het buitenland zijn veel meer merken actief, in tegenstelling tot hier.”

De reden? Volgens Stallvord gaat het voor veel merken allemaal een beetje te snel: ,,We hebben een interessant onderzoek gedaan onder biermerken en daarbij komt naar voren dat de meeste biermerken, Facebook net een beetje in de vingers hebben. Instagram vraagt weer om een andere expertise en dat krijg je niet alleen voor elkaar met een designer achter een laptop.”

 
We Are Filter
Voor hem reden genoeg om Filter in september dit jaar te starten: ,,Onze Instagram Agency is een samenwerking tussen influencer marketingbureau First en social mediabureau A Friend Of Mine. Het idee ontstond toen we vanuit andere klanten steeds meer vraag kregen naar social mediaplannen waar Instagram perfect bij zou passen. Het werd echt concreet door het project wat we deden voor Philips in het Rijksmuseum waarbij social influencers hun eigen portret in het Rijks kregen.”

 
Stap 1: Wat heeft Instagram te bieden? 
Volgens Nieveen moet je je als merk in het geval van Instagram eerst serieus afvragen of je überhaupt wel iets te bieden hebt waar de Instagram-gebruikers op zitten te wachten. ,,Bij VLAM vormt kennis over consumentengedrag een belangrijke basis binnen het creatieve proces. Daarnaast  houden wij altijd rekening met de specifieke karaktereigenschappen van een bepaald medium. De grote vraag die je jezelf als merk moet stellen, is dan ook: is het leuk voor de Instagrammers of is het alleen leuk omdat ‘ik’ dat vind? Je moet kritisch durven zijn op jouw product en precies weten wie je doelgroep is.”
Stallvord vult aan: ,,Daarbij is het belangrijk dat je weet wat Instagram voor medium is. Het is een community waar je als merk niet zomaar tussen kunt ploffen. Je moet wel iets brengen wat inspireert. Instagram inzetten om puur en alleen je product snel te verkopen, gaat niet werken.”

 
Zo doe je het dus niet 
Zo kreeg mayonaisemerk Hellmann’s de hele Instagram community over zich heen door als één van de eerste op de advertising mogelijkheid in te springen, vertelt Stallvord: ,,De advertentie was allereerst al geen inspirerende foto. En deze linkte ook nog eens door naar de Instagram-pagina van het mayonaisemerk, waarop toen alleen nog maar twee foto’s stonden, en niet eens een bio was aangemaakt. Dan neem je het medium en de community dus niet serieus.”

 
Waar kun je Instagram dan wel voor inzetten? ,,Het is een inspiratienetwerk. Je moet het zien als een branding tool waarmee je visueel jouw merkverhaal vertelt. Hier zit niet een direct verdienmodel achter. Maar op de lange termijn is het veel waard,” aldus Stallvord.

 
Stap 2: Vertalen naar beeld
Als je jouw doel van deelname aan dit nieuwe sociale medium in kaart hebt gebracht, is de volgende stap dit om te zetten naar beeld. Want dat het allemaal om mooie, opvallende en inspirerende foto’s gaat, moge duidelijk zijn. Een goed voorbeeld uit het buitenland volgens Stallvord is het merk Malibu: ,,Ik vind het tof als je als merk ook echt iets anders durft. Malibu heeft bijvoorbeeld een kunstenaar gevraagd hun account over te nemen. Dit leverde geweldige creaties op in felle neon kleuren waarmee zij in de newsfeed extra opvielen.”

 
Ook NOS op 3 heeft volgens Stallvord perfect door hoe zij dit sociale medium het beste in kunnen zetten: ,,Zij hebben een heel eigen manier gevonden om het nieuws zo te presenteren dat het perfect is voor Instagram en vooral gericht is op jongeren, de grootste doelgroep van dit medium.”

 
Stap 3: Influencers inschakelen
Net als bij YouTube is ook op Instagram een grote groep social influencers met miljoenen followers te vinden. En als merk kun je daar natuurlijk perfect gebruik van maken. Voor Filter gaat Stallvord als volgt te werk: ,,We maken per bedrijf een strategie en kijken vanuit dat punt naar de beste match. Hiervoor gebruiken we geen vast netwerk, maar bepalen per keer wie er het beste past. Filter vertegenwoordigt dus geen Instagrammers. We kijken voor het merk naar het bredere plaatje.”

 
Dit deed Filter bijvoorbeeld voor één van hun eerste cases met telefoonmerk Huawei. ,,Deze mobiele telefoons hebben een heel goede camera die perfect geschikt is om mooie foto’s mee te maken. We verzamelden een groep invloedrijke Instagrammers, gaven hun een Huawei-telefoon en de opdracht om met de camerafuncties mooie foto’s te maken. Zo laat het merk zien dat zij de community omarmt en levert het credibility op,” legt Stallvord uit.

 
Stap 4: Meten en onderhouden
,,Als we influencers en/of advertising hebben ingezet, meten we vervolgens welk effect de campagne heeft en in hoeverre we daadwerkelijk de doelgroep bereikt hebben. Daarna kunnen we kijken wat de eventuele beste vervolgstappen zijn voor een merk,” vertelt Stallvord.

Verder is het van belang om als merk te beseffen dat je er met een campagne alleen niet bent. Jouw Instagram-account moet natuurlijk wel actief blijven. Een belangrijk aandachtspunt, vult Nieveen aan: ,, Vergeet ook vooral niet dat ieder sociaal medium onderhouden moet worden. Dus ook Instagram. Even proberen en weer stoppen als het niet bevalt, is weggegooid geld en doet je merk geen goed. Maak een bewuste keus en ga er vol voor.”

 
Toekomstperspectief
Nu het mogelijk is ook op Instagram te adverteren, zie je dat steeds meer merken voorzichtig het sociale medium uitproberen. En dit zal alleen maar meer worden, volgens Stallvord: ,,Ik verwacht dat veel merken Instagram op hun agenda hebben staan voor 2016. En op het gebied van visuele communicatie zie ik nog een nieuw sociaal medium dat steeds meer in trek is: Snapchat.” Maar voordat we ons daarop richten, eerst Instagram onder de knie krijgen…
Thursday, 19 November 2015 | Written by Kim Buitenhuis

Nieuwe luistercijfers: Radio 538 bloeit, 3FM bloedt

De overstap van het populaire dj-duo Coen & Sander van NPO 3FM naar Radio 538 heeft zijn uitwerking gehad op de luistercijfers van beide zenders.

Terwijl 3FM vorig jaar in september/oktober nog een derde plek bezette met een marktaandeel van 10 procent, luisterde de afgelopen meetperiode slechts 7,9 procent van de Nederlanders ouder dan tien jaar naar de zender. Daardoor duikelde 3FM naar de zesde plek van de ranglijst van het Nationaal Luisteronderzoek.

Radio 538, dat behalve Evers in de ochtend nu ook voor de middag een populaire show binnen hengelde, verstevigde zijn koppositie en zag zijn marktaandeel ten opzichte van vorig jaar groeien van 11,7 naar 12 procent.

ORN groeit
De nieuwe meting (doelgroep 10+, tijdvak week 6-24 uur) is de eerste waarin geen zomereffect meer zit. Waar QMusic weer een klein beetje marktaandeel moest inleveren (van 10,1 naar 9,9 procent), wisten de publieke regionale omroepen (ORN) er weer marktaandeel bij te veroveren (van 9,5 naar 9,7 procent). Dat betekende niet alleen een stijging ten opzichte van de laatste meetperiode, maar ook ten opzichte van dezelfde meetperiode vorig jaar toen de regionalen 9,4 procent van de luisteraars trokken.

Onder druk
Het aandeel van de publieke radiozenders staat onder druk. Behalve Coen & Sander verloor NPO 3FM ook middag-dj Gerard Ekdom aan NPO Radio 2. Die zender verloor desondanks marktaandeel ten opzichte van 2014 (van 8,8 naar 8,6 procent).

Daarnaast snoept de concurrentie luisteraars af door programmering en acties, zoals bijvoorbeeld ‘Het Geluid’ op QMusic (2e plaats, van 10,1 naar 9,9 procent).

Ook Sky Radio moest de afgelopen maanden fors marktaandeel inleveren ten opzichte van vorig jaar (van 10,1 naar 8,9 procent) en daalde van de tweede naar de vierde plek in de ranglijst.

Radio 10 is back
Radio 10 is het afgelopen jaar fors doorgegroeid naar een aandeel van momenteel 5,8 procent (was 4,4 procent). Dit is het hoogste aandeel sinds de zender weer op de FM-frequentie te beluisteren is.

Doelgroep 20-49 jaar
Gekeken naar de bij adverteerders populaire doelgroep van 20 tot 49 jaar liggen de verhoudingen iets anders, maar zijn de ontwikkelingen min of meer hetzelfde. Radio 538 wint fors marktaandeel (van 16,9 naar 18,7 procent) en staat fier aan kop. 3FM verliest fors (van 16,9 naar 12,1 procent) maar handhaaft zich op de derde plaats. Net als bij de 10+ meting staat Qmusic op de tweede plaats, maar de zender verliest wel marktaandeel (van 15,6 naar 14,5 procent). Hier lijkt het Ekdom-effect voor NPO Radio 2 wel merkbaar met een lichte plus van 7,1 naar 7,2 procent.

Terwijl Sky Radio ook onder deze doelgroep terrein verliest (van 10,3 naar 8,8 procent) zet de groei van Radio 10 bij deze groep luisteraars nog sterker door (van 4,3 naar 6 procent).

(Bron: NLO/GfK)
Wednesday, 18 November 2015 | Written by Redactie Frank.News

Merken die innoveren winnen aan waarde

Niet alleen Apple, Amazon en Facebook, maar ook Nike en Starbucks innoveren en winnen daarmee terrein, terwijl foodmerken als Coca-Cola en McDonald’s wat stappen terug moeten doen.

Interbrand kwam onlangs weer met zijn jaarlijkse internationale top 100 meest waardevolle merken. Het onderzoeksbureau analyseert hiervoor de financiële prestaties van een merk, maar ook de rol van een merk als consumentenbeïnvloeder. Heel veel grote verschuivingen heeft de - altijd vrij Amerikaans georiënteerde - lijst niet, maar uit de stijgings- en dalingspercentages valt wel één en ander op te maken.

De onbetwiste nummer 1, Apple bijvoorbeeld, staat al drie jaar lang bovenaan en blijft maar in waarde stijgen naar volgens Interbrand in 2015 ruim 170 miljard dollar. Dat is 43% meer dan vorig jaar. Nummer 2 Google noteert een stijging van 12% naar 120,3 miljard dollar. Ook de nummer 4 Microsoft (+11%), Amazon (10, +29%), Nike (17, +16%), Facebook (23, +54%) en Huawei (+15%) vallen op.

Het zijn allen bedrijven die blijven innoveren in hun producten. Van Apple, Google, Microsoft en Facebook weten we dat, van Amazon is dat misschien minder bekend. Dat van oorsprong retailconcern begeeft zich met Amazon Prime inmiddels – in de Verenigde Staten - ook op de markt van video on demand en kan worden gezien als concurrent van Netflix en de grote lineaire broadcasters.

Nike innoveert met apps en maakt steeds handiger gebruik van het mobiele bezit van de consument. Dat geldt overigens ook voor een andere stijger: Starbucks (nummer 67, +16%) waar je met je mobiel kunt betalen. En blijkbaar vindt de bezoeker de koffie ook echt lekker daar.

De merken die winnen, zijn ook allen merken die dichtbij de consument staan en waar de consument eigenlijk niet meer zonder kan. Ze horen bij hun dagelijkse leven.

Dalers
Een aantal foodmerken dat het laatste decennium een sterke waarde had, ziet de kracht wat afzwakken. De jarenlange nummer 1, Coca-Cola, staat nog steeds op 3, maar daalt met 4% in waarde. Ook McDonald’s (-6%), Sprite (-5%) en KFC (-7%) dalen. Burger King is al sinds 2010 uit de top 100 verdwenen. Zij lijken allen slachtoffer te zijn van het veranderend consumentengedrag. De jongere consument let steeds meer op voeding en suikers en daar passen die merken niet in. Zij hebben tot nu toe ook geen antwoord gevonden, met andere woorden geïnnoveerd, om de consument weer naar zich toe te trekken. Wel kun je tegenwerpen dat Pepsi (nummer 24 in de lijst) wél in waarde is gestegen, met 3%. Maar het geeft zeker een indicatie.
De vraag is: hoe zet je je merk de komende tijd neer om die jongere consument wel weer naar je toe te trekken. Naast innovatie van je productrange, zou je ook kunnen denken aan innovatie in je marketing. Buzzfeed kwam vorige maand met een briljante viral: “If McDonald’s Advertised Like Apple”.


Automerken
Er staan opvallend veel automerken in de top 100 en die maken ook bijna allemaal een sprong voorwaarts: Toyota (+16%), BMW (+9%), Mercedes (+7%), Honda (+6%), Ford (+6%), Hyundai (+8%), Audi (+5%), Nissan (+19%), Porsche (+12%) en Kia (+5%). Dissonant is Volkswagen dat op de 35e plaatst staat en 9% in waarde is gedaald. Het zijn de eerste tekenen van het dieselschandaal waarmee het Duitse concern te kampen heeft. Maar het is niet gezegd dat VW volgend jaar ook daalt. Vergeet de consument het schandaal en weet Volkswagen het tij met goede, eerlijke communicatie te keren, of wordt de automaker keihard afgestraft?
Dat er veel automerken in de lijst staan, geeft ook wel aan dat de consument nog altijd een auto wil bezitten. Met andere woorden: de deeleconomie is nog niet vol op stoom.

Nieuwe merken
Daarom staat een nieuw merk als Uber mogelijk ook nog niet in de lijst. Dat kan snel veranderen als het bedrijf in 2016 (naar verwachting) de beurs betreedt (een voorwaarde om in de lijst te komen). De waarde van Uber wordt nu al op 40 miljoen geschat. Airbnb (gewaardeerd op zo’n 10 miljard dollar) en Spotify (4 miljard) maken ook snel een beursgang. Deze drie nieuwe merken zullen ongetwijfeld snel hun opwachting maken in de Interbrand top 100.

De hele Interbrand top 100 staat hier: http://interbrand.com/best-brands/best-global-brands/2015/ranking/
Monday, 16 November 2015 | Written by Bram van Noord

Aanslagen Parijs: Social media weten meer dan journalisten

Bij de verslaggeving door nieuwsmedia rond de gruwelijke aanslagen in Parijs is één ding weer onomstotelijk duidelijk geworden: op social media als Twitter, Facebook, Instagram en andere apps waar snel foto’s, films en berichten gepost konden worden, was veel eerder duidelijk wat er aan de hand was dan op de traditionele nieuwsmedia als tv-stations, kranten en andere kanalen.

Sterker nog, tijdens en in de eerste uren na de aanslagen waren ook journalisten overgeleverd aan wat er aan berichten via social media binnenkwam. Ook in de dagen erna, toen media de overlevenden en de getuigen aan het woord lieten, scanden ze Twitter, Facebook en andere social media om die mensen op te sporen. En de foto’s van slachtoffers die enkele kranten maandag aan hun lezers toonden kwamen van…? Juist: Facebook en LinkedIn.

Rook
De rol van social media blijkt in de eerste uren na een ramp of aanslag van steeds groter belang. Hoewel de journalistiek enkele jaren terug nog huiverig was om te citeren uit deze oncontroleerbare, subjectieve en moeilijk verifieerbare nieuwskanalen, maakt ze er nu zelf driftig gebruik van.

In de eerste uren na een ramp of aanslag blijken social media een belangrijke bron van informatie, al is het maar onder het motto ‘ waar rook is, is vuur’. Media citeren Tweets en andere berichten en geven daarbij aan dat de berichten nog niet bevestigd zijn. Een standaard opmerking om zich achteraf achter te kunnen verschuilen, mocht er niets van kloppen.

Tijdlijn
Maar vrijdag de 13e bleek opnieuw dat social media bij dit soort gebeurtenissen sneller zijn.

Een reconstructie van de tijdlijn maakt duidelijk hoever de traditionele nieuwsmedia achterlopen bij dit soort gebeurtenissen. Al om 21.25 uur worden 15 mensen op het terras van restaurant Le Petit Cambodge en Café Carrillon doodgeschoten, waarna de terroristen doorrijden en nog drie terrassen onder vuur nemen, waarvan de laatste van Café Voltaire om 21.40 uur. Om 21.45 uur trekken IS-terroristen met hun Kalasjnikovs schietend poppodium Bataclan binnen.

Vuurwerk
Terwijl kijkers van de voetbalinterland Frankrijk – Duitsland al om 21.20 uur de eerste knal horen, denken ze nog niet aan een zelfmoordaanslag. Ook na de tweede en derde ontploffing - zeker vuurwerk? - gaat de wedstrijd gewoon door. Terwijl president Hollande al is geëvacueerd en dus op de hoogte is van wat er gebeurt, weten de media en dus het publiek nog van niets. Dat terwijl op social media al verschillende berichten, films en foto’s de ronde doen.

Pas om 22.16 uur meldt de Franse krant Libération op basis van getuigen dat mannen het vuur hebben geopend op een terras. Pas in de uren daarna worden de media wakker.

CNN, BBC en Sky News zijn buiten Frankrijk de eerste internationale media die het nieuws over de aanslagen naar buiten brengen met live-uitzendingen onder de gebruikelijke kop ‘Breaking news’. Terwijl ze alleen beelden van lege straten tonen, weten volgers van sociale media al dat er aanslagen zijn gepleegd.

18 Doden
In Nederland slaat de NOS pas tegen elven alarm. Net als andere (buitenlandse) media weet het journaal aanvankelijk niet veel en blijft het aantal doden lang op 18 staan. Dat is onder meer de reden dat een krant als het AD – die op vrijdagavond vroeg naar de drukker moet – de volgende dag in het merendeel van zijn edities slechts een kort berichtje kan opnemen over 18 doden bij aanslagen in Parijs. Terwijl dat aantal kort na middernacht al tot 120 stijgt. Een omissie waarvoor de krant maandag zijn excuses aanbiedt.

24 Uur later
Het aantal kijkers van de extra journaaluitzending loopt die vrijdagavond op tot 874.000 (Bron: SKO). Pas de volgende dag kijkt een aantal van 2,5 miljoen mensen naar het Acht Uur-journaal - het hoogste aantal van de hele week - en heeft de journalistiek het hele plaatje van alle gebeurtenissen compleet. Dat is bijna 24 uur later.

Via social media zoeken de nieuwsmedia naar foto’s van slachtoffers, getuigen en overlevenden, foto’s en filmpjes, die ze op hun websites publiceren. Opnieuw dus: journalisten die achter de social media aanlopen.

Nazorg
Terwijl de traditionele media nog uitzoeken wat er aan de hand is, beginnen social media al met de nazorg. Op Twitter kunnen Parijzenaars vlak na de eerste aanslagen via de hashtag #PorteOuverte aangeven dat ze hun huis beschikbaar stellen voor gestrande bezoekers die te bang zijn om op straat te blijven. Daar wordt veel gebruik van gemaakt.

Vermisten
Wie op zoek is naar familie en vrienden kan via de hashtag #recherchesparis foto's van vermisten tweeten. Facebook lanceert voor de vijfde keer zijn ‘Safety Check’. Daarmee kunnen gebruikers die op hun profiel hadden aangegeven dat ze in Parijs zijn hun Facebook-contacten laten weten dat ze in veiligheid zijn.

Deze tool werd voor het eerst ingezet na de aardbeving in Nepal in 2014. Toen lieten 7 miljoen mensen weten dat ze veilig waren, na de aanslagen in Parijs lieten 5,5 miljoen  mensen hun familieleden en vrienden weten dat ze ongedeerd waren. Hun ‘Ik ben in veiligheid’-boodschappen werden vrijdag door 360 miljoen Facebookgebruikers gezien.

Sneller
Zowel tijdens als na de aanslagen lieten social media dus zien hoe belangrijk ze zijn geworden in de moderne nieuwsvoorziening naar het publiek. Zijn journalisten daardoor overbodig? Geenszins. Zij hebben nog steeds de taak al het nieuws te verzamelen, te duiden en overzichtelijk aan het publiek te presenteren. Dat ze daarbij steeds vaker gebruik maken van social media en hun aanvankelijke scepsis overboord gooien is te prijzen. Nu alleen nog wat sneller worden….
Monday, 16 November 2015 | Written by André Oerlemans

Sesamstraat-acteur Hakim: “We zijn te lui voor digitaal kijken”

Het nieuws dat de bekendste ‘televisiestraat’ van Nederland gaat verhuizen van de NTR naar digitale zender Zapp Extra sloeg vorige week in als een bom. Hakim Traïdi, Sesamstraatacteur van het (bijna) eerste uur, ziet weinig toekomst in uitzenden via een digitaal kanaal, zo zegt hij tegen Frank News.  ,,We zijn veel te lui om elke dag online te zoeken als het concurrerende aanbod op tv zo groot is.”

De  Nederlands-Argentijnse Hakim Traïdi (57) bekend van zijn rol als mimespeler is al sinds 1985 te zien in Sesamstraat. Dat zijn broodgever het programma bij de NTR zou stoppen om aan te bieden via digitaal kanaal Zapp Extra, kwam ook voor hem als een schok. ,,Natuurlijk zijn mensen tegenwoordig meer online dan vroeger. Maar het is wel een extra drempel om een programma niet via het reguliere zenderaanbod te bekijken. En dat terwijl de concurrentie op het Sesamstraat-tijdstip van andere kinderprogramma’s die toegankelijker zijn toch al zo groot is.”

Acteurs wisten van niks
Net als zijn medespelers is het Sesamstraat-icoon geschokt dat er aan het populaire kinderprogramma wordt getornd.  ,,Bomen die al 100 jaar staan, moet je laten staan. Zolang een boom wortels heeft, geeft hij fruit en schaduw. Dan zaag je een boom niet om. Bovendien zitten er nog mensen op die boom die nu wordt omgezaagd.” Daar zit ‘m volgens hem ook de crux; de acteur doelt hiermee op zijn collega’s en de redactieleden van de NTR die allemaal overvallen werden door het nieuws. Zelf vernam Traïdi het nieuws toen hij werd gebeld door RTL Late Night, na – ironisch genoeg – een lange draaidag voor het 40-jarige jubileum van Sesamstraat.

Stoppen bij Sesamstraat is voorlopig niet aan de orde voor Traïdi, die niet inkomensafhankelijk is van Sesamstraat en verder bekend is van zijn televisie- en theateroptredens, vertellingen, boeken en cabaretshows. ,,Maar,” haast de acteur zich daarbij te zeggen, ,,Als de andere acteurs overwegen collectief te stoppen, dan stop ik ook.”

Best bekeken in 2015
De reden voor de verhuizing van Sesamstraat zijn de teruglopende kijkcijfers. De top100 best bekeken uitzendingen van dit jaar (1 januari t/m 9 november, red.) wijzen uit dat Sesamstraat vooral goed heeft gescoord in het eerste kwartaal. Veertig van de best bekeken 100 afleveringen werden uitgezonden in januari, februari en maart. De dag waarop de meeste kinderen voor de buis gekluisterd zitten, zijn dinsdag en donderdag. Vrijdag heeft de minste ‘best bekeken afleveringen’ van 2015.  De uitzending die het best bekeken werd door 3 tot 5-jarigen werd uitgezonden op 30 januari van dit jaar. Met een kijkdichtheid van 11,4% keken er circa 63.000 kinderen in eerder genoemde leeftijdscategorie (bron: Vostradamus).
Wednesday, 11 November 2015 | Written by Lianne Kooistra

Candle: Christelijke Blendle moet verzuilde media redden

‘Candle mocht van Klöpping’, kopte het AD dit weekend. De krant verwijst daarmee naar het op handen zijnde christelijke equivalent van Blendle en een tweet van Blendle-oprichter Alexander Klöpping: ,,Dan wil ik wel naar de hemel.” Het scherpe respons van Candle-voorman Wijnand Voogdt: ,,Maar je bent nog zo jong.” Lachen met die christenen. Christelijke mediaprofessional Voogdt vertelt over het te verwachten succes én de kwetsbaarheid van Candle.

Blendle… Kindle… Candle… De naam van het nieuwe online christelijke platform schurkt sterk aan tegen ’s lands bekendste online kiosk en de best verkochte e-reader. Een bewuste keuze, ja. De kaars is een christelijk symbool én een symbool voor de leeslamp. Maar de klankovereenkomst zorgt natuurlijk ook voor herkenning met die andere twee.

,,Laat ik vooropstellen dat Candle helemaal geen alternatief is voor Blendle. Het is niet ter vervanging van,, zegt Voogdt, enthousiast Blendle-gebruiker met een interesse voor media. Én enthousiast christen. ,,Wij zijn vanuit moedermaatschappij Spring begonnen met Candle omdat er steeds meer christelijke bladen omvallen. Ons doel is het aanbod van christelijke bladen breed te houden. Daarom zijn alle stromingen welkom. Maar de bladen die zich bij ons aansluiten, kunnen ook gewoon in Blendle. Sterker nog: we hebben Blendle gevraagd ons een beetje te coachen. Door de enorme drukte is dat helaas nu geen optie voor hen.” Iets wat onder meer te maken heeft met de internationale expansie van laatstgenoemde.

Pay per read is achterhaald
Opvallend verschil is dat Candle in tegenstelling tot Blendle niet heeft gekozen voor een ‘pay per read-model’, maar voor het ‘all you can eat-principe’, waarbij de abonnee een vaste vergoeding van in dit geval € 2,95 per maand betaalt. “Betalen per read of view sluit in mijn beleving niet aan bij alles wat we de laatste jaren geleerd hebben over het publiceren van betaalde content. Het moet weinig kosten, makkelijk zijn en je moet er veel voor krijgen,” aldus Voogdt, die zich meer heeft laten inspireren door de businessmodellen van streamingdiensten als Spotify en Netflix. Voorafgaand aan elk artikel een aankoopbeslissing verwachten van de lezer? Dat werkt omzet-remmend volgens de makers van Candle.

Uitbreiden met e-books
Toch ziet Voogdt ook zeker ‘de balk in eigen oog’. ,,Onze zwakte zit ‘m in het feit dat er minder te kiezen valt dan bij Blendle.” Tot nu toe heeft Candle contracten afgesloten met 22 christelijke titels. Elke titel stuurt uitsluitend zijn beste 4 artikelen in. Zo vormt Candle een mooie aanvulling voor de leden. ,,Dit model maakt het veilig voor de uitgevers. Zij willen hun bestaande abonnementen niet in de wielen rijden en verliezen op deze manier niet veel abonnees. Voor ons betekent het natuurlijk wel een minder groot aanbod. Op den duur willen we het echter aanvullen met e-books.”

 
“Door ons stromingsonafhankelijke karakter heeft Candle juist een ontzuilende werking.”
Wijnand Voogdt, oprichter Candle

 
Terug naar de verzuiling?
Met de verzuiling ver in de achteruitkijkspiegel, toch een eigen hokje voor de christenen… Dat werkt separatisme (nog verder) in de hand, zou je denken. Waarom sluiten die bladen zich niet gewoon aan bij Blendle? ,,Het een hoeft het ander niet uit te sluiten. Op dit moment is het Nederlands Dagblad de enige christelijke titel in Blendle. Praktisch gezien is het best lastig voor een minder groot medium - en dat zijn per definitie bijna alle christelijke titels -  om zich daar aan te sluiten. Als kleine aanbieder verzuip je al gauw. Daarnaast is het voor de gebruikers fijn om content te vinden die er verwacht wordt.”

Voogdt denkt dat er bovendien steeds meer behoefte ontstaat aan niches. ,,Ik kan me zo indenken dat er ook ruimte is voor een platform waar je alles vindt over de automotive- of foodbranche. En ja, zo werk je verzuiling wel weer in de hand, maar binnen die niche zorgen wij door ons stromingsonafhankelijke karakter toch voor een ontzuilende werking.”

Blendle-baas sceptisch optimistisch
Bij Blende zelf zien ze de noodzaak voor een christelijke variant niet direct. ,,Volgens mij is het niet per se nodig, want alle christelijke titels zijn van harte welkom bij ons. Het lijkt me ook heel moeilijk om een puur christelijke versie winstgevend te krijgen,” aldus Blendle bij monde van medeoprichter Marten Blankesteijn, die daar sportief aan toevoegt: ,Maar dat zei iedereen ook over Blendle toen we begonnen, dus laten we hopen dat ook Candle het ongelijk van alle zeurpieten bewijst.”

 
“Laten we hopen dat ook Candle het ongelijk van alle zeurpieten bewijst.”
Marten Blankesteijn, mede-oprichter Blendle

 
Zachte criteria
Geen verzuiling misschien, maar wel een clubje. Wie mag er bij en wie niet? Voogdt: ,,We zijn een breed platform en hanteren zachte criteria. Er geldt feitelijk maar één hard criterium en dat is dat de visie of missie van het blad ergens benoemt dat er sprake is van christelijke content. Dat sluit interreligieuze initiatieven uit. Maar of een blad nu evangelisch, reformatorisch of katholiek is, al die stromingen zijn binnen Candle welkom.”

Door die brede opzet, kan Candle naar alle waarschijnlijkheid rekenen op een grote doelgroep. De EO, soortgelijk qua doelgroep, heeft al jaren zo’n 450.000 leden. Voogdt gokt dat de markt nog twee keer zo groot is. ,,Je hoort natuurlijk vaak dat de kerken leeglopen. Gemiddeld genomen is dat ook zo, maar er zijn nog altijd ontzettend veel christenen in Nederland.”

Hoe online zijn christenen?
Komen we bij het volgende punt: christenen en online mediagebruik. Hoe terughoudend zijn bijvoorbeeld de gereformeerden nog als het gaat om met het gebruik van televisie of internet. ,,Televisie is vanuit onze achterban nog steeds niet gewenst, velen hebben er geen. Internet daarentegen is echt een ander verhaal. Dat is iets waar onze doelgroep in dezelfde mate over beschikt als de seculieren. En datzelfde geldt voor smartphones, tablets en laptops.” Aan het woord is Peter Gorseman van de Reformatorische Omroep, een omroep die bestaat bij de gratie van internet. ,Internet is echt iets waar je niet omheen kunt. Reformatorische christenen zijn in die ontwikkeling meegegaan. Simpelweg omdat het snel toegang biedt tot nieuws en makkelijke communicatiemogelijkheden biedt,” zet hij.

 
“Televisie is vanuit onze achterban nog steeds niet gewenst, internet daarentegen is echt een ander verhaal.”
Peter Gorseman, Reformatorische Omroep

 
De Reformatorische Omroep zendt vanuit kostenoverweging alleen digitaal uit. De stichting heeft zo’n 12.500 donateurs, een aantal dat alleen maar groeit. Evenals de luistercijfers. Op dit moment gemiddeld 450.000 per maand. ,,Die groei bewijst wel dat onze achterban geen moeite heeft om ons online te vinden.” Gorseman verwacht dan ook dat dit voor een initiatief als Candle niet anders zal zijn.

Candle start vanaf januari 2016, op dit moment kunnen mensen zich voorinschrijven voor een abonnement.
Wednesday, 11 November 2015 | Written by Lianne Kooistra

Helpt de Liegebeestverkiezing van Wakker Dier?

Dierenwelzijnsorganisatie Wakker Dier maakte afgelopen weekend de genomineerden voor de Liegebeestverkiezing 2015 bekend. Daarbij worden fabrikanten met misleidende producten, uitingen of reclames op het gebied van dierenwelzijn publiekelijk te kijk gezet. De organisatie heeft wisselend succes met deze actie.

Dit jaar heeft Wakker Dier de Keurslager genomineerd voor de varkensconcepten ‘Friberne kruidenvarken' en 'Duroc d'Olives varken'. De suggestie wordt gewekt dat de varkens en biggen lekker in het gras staan, terwijl het om industrievarkens gaat die nooit buiten komen.

De 'yoghurt Nature' van Danone kan ook op een nominatie rekenen, evenals 'Holland Gouda keurmerk', maar ook geitenmelk van Melkunie. In de reclames voor deze melkproducten wordt gedaan alsof de dieren buiten lopen, terwijl een deel het hele jaar binnen staat.

Fastfoodketen KFC maakt ook kans op een Liegebeest. Op de website staat dat de consument zich geen zorgen hoeft te maken over de kwaliteit van het kippenvlees, terwijl er volgens Wakker Dier plofkip wordt gebruikt door het bedrijf.

Op 23 november wordt de ‘winnaar’ van dit jaar bekend gemaakt. Bij eerdere edities boekte Wakker Dier hier en daar succes. Zeker 2014 was een goed jaar voor de organisatie.

Foie gras en plofkip
Politieke partij CDA meldde in 2011 dat foie gras verantwoord is geproduceerd. De partij kreeg daarvoor een Liegebeest. De vraag is of de CDA-politici echt iets met deze kritiek gedaan hebben. CDA-Kamerlid Ger Koopmans zei na het winnen van de prijs trots te zijn als een pauw en riep dat het CDA beter is voor dieren dan de Partij voor de Dieren. Koopmans zelf is inmiddels ‘geruimd’ uit de Tweede Kamer en waarnemend burgemeester van Stein.

Iglo kreeg in 2012 een ‘award’ omdat het concern plofkip gebruikt voor zijn diepvriesproducten. Maar kapitein Iglo en de zijnen waren niet van plan om plofkip van het menu te halen na de uitreiking van het Liegebeest. De diepvriezers beroepen zich onder meer op een onderzoek van de Universiteit van Wageningen, waaruit zou blijken dat plofkippen duurzamer zijn dan biologische kippen. Dat onderzoek was overigens alleen onder legkippen uitgevoerd.

McDonald's (2013) was eveneens plofkipgebruiker en ‘won’ ook. Maar het fastfoodconcern voelt er weinig voor daar verandering in te brengen. Het is nu wel eerlijker over het gebruik van plofkippen, nadat vorig jaar de Reclame Code Commissie McDonald’s berispte. Op de website werd op de vraag ‘Gebruikt McDonald's plofkippen?’ geantwoord: ‘Nee, McDonald's gebruikt kippenborstfilet van leveranciers die zorgvuldig met de kippen omgaan. McDonald's stelt strenge eisen aan haar leveranciers, bovenop de algemeen geldende Nederlandse wet- en regelgeving.’
Na de zaak van de Reclame Code Commissie heeft ‘de Mac’ zijn boodschap inmiddels veranderd in: Wij geven de voorkeur aan de aanduiding reguliere kip, voor de kip die we gebruiken. In de definitie van Wakker Dier gebruiken we inderdaad plofkip.’

Een min voor Plus
Plus Supermarkten was vorig jaar onaangenaam verrast dat het de trofee won met zijn Goudse Kaas. De verpakking van de kaas van de supermarktketen deed vermoeden dat de melk afkomstig is van een koe die in de wei loopt met haar kalf. Maar de koe heeft in werkelijkheid niet tot nauwelijks in de wei gelopen en de kalfjes worden direct na geboorte bij de moeder weggehaald, zo meldde Wakker Dier.

Plus reageerde: ‘In de drie jaar dat we deze verpakking hebben, is er nog nooit een vraag of klacht over dit onderwerp binnengekomen. De verpakking is een knipoog naar de herkomst van kaas.’ De super had liever dat Wakker Dier de kritiek vooraf had gedeeld. Een kleine deuk in het imago van Plus dus.

De andere genomineerden - Jan Pannekoek, Coop Supermarkten, Valess, John West vispaté en Aldi roomboter - waren sportiever en deden ook echt wat met de nominatie. Zij beloofden allemaal om goede stappen voor dieren te gaan ondernemen, bijvoorbeeld overschakelen naar vrije-uitloopeieren.

Volgens Wakker Dier was 2014 de meest succesvolle Liegebeestverkiezing ooit.
Monday, 09 November 2015 | Written by Bram van Noord

Media innovatie 2015: And the winner is….Spotify

Een ‘Found them first’ tool voor muziekliefhebbers die artiesten ontdekken voordat ze doorbreken en beroemd worden. Een wekelijkse gepersonaliseerde playlist. Naast muziek luisteren ook filmpjes met nieuws en entertainment kijken. Of zelf kiezen welke muziek Starbucks draait als je daar koffie zit te drinken. Dankzij deze nieuwe diensten is Spotify door het gerenommeerde TrendWatching uitgeroepen tot ‘Innovator of the year 2015’ op het gebied van Media & Entertainment.

Innovatie is voor elke sector van levensbelang, maar voor de mediawereld maakt het vaak het verschil tussen leven en dood: wie niet innoveert staat stil. Wie zich niet kan aanpassen aan veranderende marktomstandigheden en behoeften van de klant sterft uit. Net zoals de dodo. Spotify heeft dat goed begrepen. Door een moordende concurrentie met Apple Music en Tidal is de muziekstreamingsdienst gedwongen zijn luisteraars te verrassen met nieuwe tools die aansluiten bij hun wensen en behoeftes.

Status
Volgens TrendWatching speelt Spotify met de ‘Found them first’ tool in op twee groeiende behoeftes van consumenten: het verkrijgen van sociale status en de kans om hun eigen voorkeuren te uiten.

Wie heeft er niet ooit in zijn leven naar een beginnend bandje of artiest geluisterd en gedacht: die gaan het maken. Eerst wilden je vrienden en familie er niets van horen, maar een paar jaar later kreeg je gelijk. Tegenwoordig hebben we een woord voor deze ontdekkers: early adopters. Voor deze groep lanceerde Spotify in september de ‘Found them first’ dienst.

Die laat luisteraars ontdekken naar welke bands of artiesten ze luisterden voordat die beroemd werden. Wie bij de eerste 15 procent hoort, geldt als vroege luisteraar en is onderdeel van het succesverhaal van de artiest of band. De muzikale trendsetters kunnen een eigen groep vormen die graag nieuw talent ontdekt, playlisten delen en elkaar op opkomende muziek wijzen. Hierdoor kunnen ze zowel hun eigen muzieksmaak etaleren als laten zien dat zij een ‘barometer van coolness’ zijn. Spotify stuurt hun een bericht als de artiest of band 20 miljoen streams heeft gehaald.

Persoonlijk
Met de nieuwe dienst ‘Discover Weekly’ stuurt Spotify zijn gebruikers iedere week een soort eigen persoonlijke mix-tape met nieuwe muziek. Op basis van het luistergedrag wordt een smaakprofiel aangemaakt. Niet om irritante reclames aan te bieden, maar om luisteraars te laten kennismaken met muziek die ze waarschijnlijk mooi vinden. Een mooi voorbeeld van ‘Big Brother is serving you’ dus.

Het werd meteen een succes. In de eerste tien weken werden al 1 miljard nummers van de playlist gestreamed. 71 Procent van de luisteraars bewaart minstens één nummer voor de eigen playlist en 60 procent luistert ministens vijf nummers van de voorgeschotelde lijst.

Filmpjes
Voor degenen die niet alleen muziek willen luisteren, maar ook filmpjes, nieuws en ander entertainment, kwam de dienst in mei met Spotify Now, waarin wordt samengewerkt met Vice News, BBC, TED, NBC en diverse podcasts. Diezelfde maand sloot Spotify een partnership met Starbucks, waarbij klanten toegang hebben tot de playlist van de koffiezaken. Zo kunnen ze zelf meebepalen welke muziek er draait. Deze dienst wordt in het vierde kwartaal eerst in canada en de UK geïntroduceerd.

25 miljard luisteruren
Spotify begon zeven jaar geleden en heeft inmiddels meer dan 25 miljard luisteruren van gebruikers op de teller staan. Het heeft 20 miljoen abonnees, 75 miljoen gebruikers en biedt 30 miljoen nummers aan. Volgens TrendWatching heeft de dienst zich in 2015 gefocust op het creëren van een unieke entertainmentervaring voor elke luisteraar. Op maat gemaakt voor de individuele smaak, behoefte en voorkeuren. Daarom is de dienst uitgeroepen tot ‘Innovator of the Year’ over de afgelopen twaalf maanden.
Thursday, 05 November 2015 | Written by André Oerlemans

Adblockers: gaan we eindelijk luisteren naar de consument?

En toen wist ineens iedereen wat adblockers zijn. We spreken half september 2015. In de nieuwsrubrieken werd erover gepraat en Alexander Klöpping schoof aan bij DWDD om te vertellen over het fenomeen. Voor wie het toch nog gemist heeft: een adblocker is software die banners en andere vormen van reclame letterlijk blokkeert. Bijvoorbeeld preroll reclame die begint te spelen voordat je de video begint die je wilt zien.

Maar wacht even. Adblockers bestaan toch al heel wat jaren? Waarom worden ze nu dan ineens gezien als het gevaar voor de online uitgeefindustrie en reclamemakers? Misschien wel omdat bedrijven die écht macht hebben het adresseren. Bewust of onbewust. Het was namelijk Apple dat half september aankondigde dat met ingang van versie 9 van iOS reclame te blokkeren is op zijn smartphones. Als Apple iets doet, dan gaat dat nieuws meestal viral. Waarvan akte. Ineens was de hele reclame- en uitgeefindustrie wakker geschud. Want wat als ik als uitgever het verdienmodel met advertenties moet laten varen? En wat als ik met mijn reclamebureau mijn dure op een tropisch eiland opgenomen spotje niet meer in de vijftien seconden versie online kan krijgen?
De aankondiging van Apple was blijkbaar het laatste duwtje dat nodig was om betrokkenen te alarmeren. Dat is wel gek. In 2012 kwam er al een uitgebreid rapport uit van ClarityRay (zie: https://adblockplus.org/blog/adblock-plus-user-survey-results-part-3) waarin toch duidelijk werd gemaakt dat steeds meer adblockers werden geïnstalleerd. Het jaar daarvoor had Adblock Plus – een van de grote disruptors in deze markt – zelf al een onderzoek uitgevoerd (zie:  https://adblockplus.org/blog/adblock-plus-user-survey-results-part-3). En Adobe onderzocht vorig jaar hoe het ervoor stond met de adblockers en ook welke users er zijn. (zie: http://downloads.pagefair.com/reports/adblocking_goes_mainstream_2014_report.pdf) Dat had toch ook een wake-up call moeten zijn?

Maar de uitgeef- en reclame-industrie is het afgelopen decennium al behoorlijk hard getroffen in de portemonnee, toen adverteerdersbudgetten steeds naar online gingen schuiven. De printadvertentie was niet meer zo populair, de tv-commercial werd te duur. Daarnaast werden adverteerders, gedreven door de economische crisis, steeds zuiniger met die budgetten. Het heeft de hele sector enorm opgeschud. Ondertussen werden de traditionele spelers links en rechts ingehaald door - vaak kleinere - publishers en reclame- of marketingbureaus die wél snel konden inspelen op de nieuwe realiteit, terwijl ze zelf nog probeerden uit te vinden waar het eigenlijk naartoe moest. Sterker nog: velen zijn daar nog steeds niet uit en proberen met vallen en - soms ook niet meer - opstaan dingen uit. Als dan straks ook het online advertisingmodel in elkaar stort, dan zijn ze helemaal ver van huis. Liever sluit men de ogen nog even voor dit ‘gevaar’.

Dat is het grote probleem: de industrie is nog steeds in zichzelf gekeerd en gewend om vooral te zenden, terwijl ze naar buiten zou moeten kijken. Men moet zich afvragen: waarom nemen adblockers toe in populariteit? Eén woord: irritatie. De consument ergert zich enerzijds aan opdringerige advertising en anderzijds vindt men dat online reclame de ‘user experience’ verpest. Gebruikers vinden de advertenties inhoudelijk irritant en retargeting is ook nog niet goed uitgedokterd. Hoe vaak komt het niet voor dat je nog jaren achtervolgd wordt door Booking.com met de reis die je al lang gemaakt hebt? Reclame moet relevant en goed zijn, zo stond vorige week in een rapport van ABN Amro. We moeten niet steeds hetzelfde voorgeschoteld krijgen en laten we advertenties eens verrijken met goede content, luidde de strekking.
Maar misschien is de irritatie nog het grootst vanwege het feit dat advertenties websites trager en onoverzichtelijk maken. Uit een onderzoek van online marketingbureau AdLantic bleek onlangs dat de gebruiker de ‘not skippable’ video-advertentie met afstand de meest irritante digitale reclamevorm vindt. Geef toe, het is ook echt vervelend om je favoriete video pas te kunnen zien als je eerst een commercial helemaal hebt moeten uitzitten. Of dat je een artikel wilt lezen, maar plotseling krijg je een overlay voor je kiezen en waar zit in godsnaam dat kruisje om het weg te klikken? Het zijn eigenlijk bijna traditionele advertentievormen, vergelijkbaar met de tv-spot of de printuiting. Dat is niet meer van deze tijd en past ook eigenlijk niet bij het wereldwijde web, dat altijd zo vrij leek te zijn.

De consument bepaalt, dat moet de industrie nu toch wel weten. We kiezen zelf wat we willen consumeren. We hebben dat krantenabonnement niet meer, omdat we het nieuws overal kunnen lezen. We zappen niet meer langs tv-zenders, maar stellen met on demand diensten zelf onze tv-avond samen. Zo is het ook online.

Die realiteit is misschien niet fijn voor de spelers in de markt, zowel de publishers als bureaus, maar ze kunnen er ook hun voordeel mee doen. Door consumenten een op hun behoeften gericht ‘menu’ aan te bieden. Vind je banners en prerolls niet erg? Dan kun je dat aangeven. Heb je liever geen reclame, dan ga je betalen voor de content. Wil je beiden liever niet? Misschien vind je het dan niet erg om advertenties op een native manier te zien, dus passend bij de content die wordt aangeboden. Denk dan aan een artikel met de adverteerder als afzender. Of een mooie actie die precies bij de doelgroep past. Makkelijker gezegd dan gedaan misschien, maar als je er nu niet mee begint te experimenteren, kom je er zeker niet.
Google's Contributor maakt het nu al mogelijk om tegen betaling op jouw favoriete websites geen advertenties meer te zien. Vorige week kondigde YouTube aan dat je tegen betaling het videoplatform voortaan reclameloos kan bekijken. De traditionele markt hobbelt daar weer achteraan, maar moet tempo maken en snel voor zichzelf uitdokteren wat het beste verdienmodel is.
Monday, 26 October 2015 | Written by Bram van Noord

12 miljoen dollar verdienen met een YouTube-kanaal? Het kan!

YouTuber Pewdiepie bewijst het. Volgens zakenblad Forbes heeft de Zweedse Felix Kjellberg (26) dit bedrag in het afgelopen jaar met zijn game video’s verdiend. En dat allemaal via advertising, merchandising en branded content. Felix is met ruim 40 miljoen abonnees niet de enige. Ook in Nederland schieten de succesvolle YouTubers als digitale paddenstoelen uit het scherm. Wat is hun geheim en hoe kunnen andere media op dit grote succes inspringen?

Content Creators
Het succes van de YouTuber begint met zichzelf aansluiten bij een mediabureau als Mediakraft, Social1nfluencers en Divimove. Zij zijn de spil tussen de adverteerders en de influencers. Maar dat niet alleen. Creator Manager Michel Pruijsers van Mediakraft vertelt: “Wij hebben in totaal 250 YouTubers in ons bestand. Ik ben het aanspreekpunt van al deze creators. We bieden hen een servicepakket aan met optimalisatie van hun kanaal, organiseren verschillende workshops en we brengen ze in contact met passende adverteerders. Bij ons leren ze ook makkelijk andere YouTubers kennen, met wie ze weer coole content maken en zo samen hun bereik uitbouwen. Verder is hier ook een studioruimte en materiaal waar de creators terecht kunnen om te filmen.”

Best friend-gevoel
Maar hoe zit het dan met die zolderkamer waar veel YouTubers zijn begonnen? Die is toch juist key voor het succes? “Dat klopt, veel YouTubers filmen nog steeds vanuit huis,” vertelt Pruijsers. “En om de huiselijke sfeer ook in de studio te behouden hebben we in één van de ruimtes zelfs een slaapkamer nagemaakt. Het succes van een influencer hangt verder ook compleet af van zijn of haar persoonlijkheid. Jezelf blijven is heel belangrijk. Net als interactie met je doelgroep; zoals bij één van onze succesvolle YouTubers Ponkers, een groep jongens die pranks uithalen en ruim 236.000 abonnees hebben. Zij vragen aan de doelgroep om hen input te geven voor deze pranks. Die interactie kan verder ook bereikt worden door simpelweg om reacties te vragen in het filmpje. Als dit goed gebeurt, wordt er een best friend-gevoel gecreëerd tussen de YouTuber en zijn fans.”

Branded content
Ondanks de miljarden views en miljoenen abonnees die bij de YouTube success stories horen, staan nog niet alle adverteerders voor de deur te trappelen. “We zijn nu druk met campagnes opzetten rondom de feestdagen. Toch merken we dat niet alle merken openstaan voor deze nieuwe manier van advertising. Zij kiezen nog voor de traditionele weg en zien niet dat deze grote groep influencers de nieuwe idolen zijn van de jongere generatie. Zonde!,” vertelt Pruijsers. “Het kan veel meer effect hebben om een YouTuber met grote fanbase iets te laten vertellen over het product, dan een eigen reclamefilmpje te maken. En dan hebben we het nog niet eens over alle data die de adverteerder hier makkelijk mee kan verzamelen. Van de spanningsboog van de kijker tot uitgebreid doelgroepinzicht,” legt hij uit.

Events & merchandising
Een andere grote inkomstenbron is merchandising: van petjes en een complete kledinglijn tot een eigen boek. Zoals Nederlands grootste YouTuber Enzo Knol (met 907.000 abonnees) allemaal aanbiedt en alleen via zijn eigen website verkoopt. In Amerika wordt er ook geld verdiend via betaalde abonnees, maar dat ziet Pruijsers niet voor zich: “We vinden het belangrijk dat de fans niet het idee krijgen dat er geld aan ze wordt verdiend. En merchandising is wat dat betreft de perfecte manier. Net als het opzetten van events, zoals ons eigen Ponkers & Friends event waar honderden enthousiaste fans op afkomen. Of de Dutch YouTube Gathering in de Jaarbeurs met 26 van de grootste YouTubers en duizenden bezoekers.”

Hoeveel er precies met adverteerders en merchandising wordt verdiend, kan Pruijsers niet zeggen: “Dat is net zoiets als vragen wat jouw salaris is. Wat ik wel kan aangeven, is dat je vanaf één miljoen views per maand een flink deel van je huur kunt betalen. Maar dat betekent wel dat je iedere maand dat aantal moet halen. Eén viral video met een miljoen views is leuk voor een keer, maar dat levert geen financiële stabiele basis voor een YouTube carrière.”

Stappenplan voor media
Als er door andere media zoals magazines en kranten een eigen videokanaal wordt aangemaakt, wat zijn dan dé aandachtspunten? Pruijsers vertelt: “Persoonlijkheid in de vorm van een host is erg belangrijk, ook voor het interactieve aspect. Ga dus op zoek naar een eigen gezicht. Denk verder ook goed na over een format. Bij YouTubers is het belangrijk dat ze filmen vanuit hun passie: wat is de passie van je titel? En maak tijdloze video‘s. Over een paar maanden moet het nog steeds interessant zijn om te bekijken. Daardoor zal dit voor kranten wellicht minder bruikbaar zijn.”

En over de keuze voor wel of geen betaald kanaal is Pruijsers duidelijk: “Dit hangt helemaal af van het soort content dat wordt aangeboden. Het moeten kwalitatief goede en exclusieve video’s zijn. Denk ook aan het Netflix-concept: eigen producties in de vorm van series waardoor het nemen van een abonnement nog aantrekkelijker wordt gemaakt. En je moet de doelgroep weten te triggeren, bijvoorbeeld met sneak previews, om vooraf een betaald abonnement af te sluiten.”

Toekomstverwachtingen
“De leeftijd van de mensen met een abonnement op een YouTube-kanaal wordt steeds jonger én ouder. Was het eerst vooral vanaf 13 tot 22 jaar, nu verschuift het al naar 10 en eindigt het bij 35 jaar”, vertelt Pruijsers. Dit heeft natuurlijk alles te maken met het aanbod. “De jongere kids worden steeds beter bediend, met bijvoorbeeld geanimeerde filmpjes. Maar ook de veel oudere doelgroep vindt het steeds interessanter. Zo kan een 66-jarige makkelijk een abonnement nemen op een Kook-kanaal.” Niet alleen de doelgroep, maar ook het aantal YouTubers groeit megasnel. Dat ziet Pruijsers alleen al binnen hun eigen aanbod: “Wij zijn ooit twee jaar geleden begonnen in Nederland met 50 YouTubers en zitten nu op 250. En dat aantal neemt alleen maar toe.”
Monday, 26 October 2015 | Written by Kim Buitenhuis

Branded content: Coen en Sanders PizzaLab succes voor Domino’s

Je houdt een wedstrijd waarbij je de twee populairste dj’s van Nederland elke week drie rare, nieuwe pizza’s laat proeven. Je kiest een winnaar en zorgt dat heel Nederland die pizza binnen drie dagen bij jou kan bestellen.

Zie daar de geslaagde branded content actie van Domino’s. Vier weken lang kon iedereen in Nederland zelf een nieuwe pizza v oor Domino’s verzinnen en zijn idee insturen naar het Coen en Sander PizzaLab van Radio538. Ruim 10.000 mensen deden dat. Er kwamen pizza’s binnen met curryworst, paella, patat, haring, drop en zelfs sprinkhanen en meelwormen.

Nicky’s Nacho Speciaal pizza - met salsa- in plaats van tomatensaus en tortillachips - werd donderdag 22 oktober tot winnaar verkozen en is vanaf zaterdag 24 oktober in alle 171 vestigingen te bestellen.

Domino’s koos er bewust voor de wensen van zijn klanten centraal te stellen en rekening te houden met hun smaak. ,,We hebben deze samenwerking opgezocht omdat we geloven in branded content en hiermee de consument aan het woord kunnen laten. Het is voor ons de eerste campagne binnen onze nieuwe merkpositionering,” aldus CMO Nicky Claeys van Domino’s.
Friday, 23 October 2015 | Written by André Oerlemans

Documentaire over bizar verhaal laatste film River Phoenix

AMSTERDAM – ‘Dark Blood’, de laatste film van de Amerikaanse acteur River Phoenix en de Nederlandse regisseur George Sluizer, werd nooit uitgebracht in de bioscopen. Het verhaal over de dood van Phoenix en de daaropvolgende intriges en rechtszaken rond de film - een van de meeste bizarre in de filmindustrie - wordt nu verteld in de documentaire ‘Never Give Up’, die sound designer en Sluizers medewerker Harold Jalving in de zomer van 2016 wil uitbrengen.

De familie van de vorig jaar overleden regisseur Sluizer en de toenmalige cast en crew van de film hebben hun medewerking toegezegd aan de documentaire. Onder andere hoofdrolspeler Jonathan Pryce, bekend van zijn rollen in ‘Game of Thrones’, ‘Brazil’, ‘Evita’ en van gouverneur in ‘Pirates of the Caribbean’. De documentaire volgt de lange strijd van Sluizer en zijn familie voor het uitbrengen van de film en tevens de zoektocht van cameraman Ed Lachman naar de ontbrekende laatste filmbeelden van River Phoenix.

Sluizer, bekend geworden met de films ‘Spoorloos’ (Joanna ter Steege, Bernard-Pierre Donnadieu) en de Amerikaanse remake ‘The Vanishing’, (Sandra Bullock, Jeff Bridges, Kiefer Sutherland, Nancy Travis), had in 1993 ongeveer 80 procent van de opnamen voor ‘Dark Blood’ voltooid, toen zijn hoofdrolspeler River Phoenix bezweek aan een overdosis drugs.

De opnamen werden stilgelegd, de verzekeringsmaatschappij werd eigenaar van het ruwe materiaal en startte zelfs een rechtszaak wegens contractbreuk tegen de familie van Phoenix. Toen de verzekeringsmaatschappij de filmopnamen in 1999 wilde vernietigen, wist Sluizer de banden te redden met behulp van ,,een professioneel persoon die sloten kan open maken,” vertelde Sluizer. In 2012 slaagde hij erin de film af te maken. De wereldpremière op het Nederlands Film Festival van Utrecht werd een succes, evenals vertoningen op internationale filmfestivals in Berlijn, Miami, Sao Paulo en Moskou, maar vanwege de juridische problemen werd de film nooit uitgebracht in de bioscopen.

Sluizer overleed in 2014 op 82-jarige leeftijd. Zijn laatste wens was dat de film alsnog uitgebracht zou worden. ,,De missie van de documentaire is dan ook tweeledig,” vertelt initiatiefnemer Jalving. ,,We willen het bijzondere verhaal rondom ‘Dark Blood’ vertellen en de film gereleased krijgen.”

Hoewel er een oplossing nabij lijkt in de juridische strijd rond de commerciële rechten van de film, bestaat de kans dat het nog steeds niet zover is als de documentaire uitkomt.

Voor de documentaire reizen Jalving en zijn crew de hele wereld over en bezoeken Amsterdam, London, Parijs, New York, Los Angeles en ‘Dark Bloods’ filmlocatie: de woestijn in Utah. Jalving is op Indiegogogo.com een fondswervingsactie begonnen om de benodigde 180.000 dollar voor de documentaire bij elkaar te krijgen.
Thursday, 15 October 2015 | Written by André Oerlemans

In 0,36 seconden een veiling voor een advertentie - Revolutionair Real Time Bidding domineert in korte tijd online reclamewereld

Interview

In de wereld van online reclame voltrekt zich al jaren een stille revolutie. Via Real Time Bidding (RTB) - een vorm van programmatic advertising - is het mogelijk elke internetbezoeker binnen 0,36 seconden een advertentie te sturen, die aansluit bij zijn of haar gebruikersprofiel.

Het afgelopen half jaar stegen de omzetten voor deze vorm van online reclame met 47 procent tot een totaal van 83 miljoen euro. De groeiverwachtingen voor het komende half jaar zijn nog hoger. Inmiddels wordt het grootste deel van  alle paginabezoekjes op internet via een RTB-veiling verkocht aan adverteerders. Tim van der Bilt maakte van Dentsu Aegis-dochter AMNET de belangrijkste speler op deze nieuwe markt. ,,Het is mijn kindje,” stelt hij.

Reclameslogan
Het zou zomaar een reclameslogan voor een wervingscampagne kunnen zijn. ‘Jouw internetgedrag is geld waard’. Het zou ook een scène uit het boek 1984 kunnen zijn: Big Brother kijkt mee terwijl je websites bezoekt. Alleen is het niet Big Brother maar zijn het grote internetbedrijven die meekijken. Via cookies wordt van elke internetgebruiker een profiel gemaakt. Inkomen, woonregio, gezinsgrootte, voorkeuren, hobby’s, aankoopgedrag etcetera; bijna alles is bekend, behalve je naam.

Adverteerders zijn zeer geïnteresseerd in dat profiel, want dat biedt de mogelijkheid iemand een advertentie te sturen die precies aansluit bij zijn of haar behoefte van dat moment. Een vakantie, een groter huis, een kortingsactie voor een paar schoenen. De mogelijkheden zijn eindeloos.

Prijzenslag
Zonder dat de internetgebruiker zich ervan bewust is, woedt er een prijzenslag om zijn of haar aandacht. ,,Heel veel partijen kijken naar jouw cookies,” vertelt Van der Bilt. ,,Iedere keer dat je op internet een website bezoekt en een pagina aanklikt, gaat er een veiling van start. Wij van AMNET doen bijvoorbeeld een bod van 1,50 dollar op jouw profiel. Als een ander daar overheen gaat doen we een nieuw bod. Als we de veiling winnen sturen we jou onze advertentie die als banner, video of rich media op de internetpagina van je computer, laptop, tablet of smartphone verschijnt.”

Het is een simpele uitleg van een ongelooflijk snel en ingenieus systeem dat Real Time Bidding heet en dat begint te draaien op het moment dat een gebruiker een pagina op een website aanklikt.

Anoniem
Terwijl de browser de pagina begint te laden, stuurt een Ad Exchange - zeg maar de beurs - van Google, Microsoft of Yahoo een verzoek naar een zogeheten Demand Side Platform (DSP) zoals AMNET, met daarbij het anonieme profiel van de bezoeker, de gegevens over de website en de pagina. Inmiddels is 0,12 seconde verstreken.

In de daaropvolgende 5 milliseconden bekijkt de server van AMNET via een algoritme of de bezoeker interessant is voor zijn adverteerders. Als dat zo is, doet het platform een bod. Inmiddels is 0,14 seconde verstreken.

Na de biedingen volgt een tweede ronde van de veiling en weer 5 honderdste seconde later is de winnaar bekend. De browser van de uitgever krijgt vervolgens de winnende advertentie aangeleverd en laat die zien op de pagina die is aangeklikt. Totale tijd verstreken: 0,36 seconden.

Real time
,,Het gaat zo snel dat we spreken van real time,” legt Van der Bilt uit. ,,Binnen die 0,36 seconde krijg ik een banner van een advertentie op mijn scherm die op mij is gericht, bijvoorbeeld voor een nieuwe auto of een midweekje Centerparcs. Dit stelt adverteerders in staat om heel gericht hun doelgroep te bereiken.”

Van der Bilt begon als pionier en is in enkele jaren uitgegroeid tot een van de experts op dit gebied. ,,Ik heb mijn eigen bedrijf verkocht en ben 2,5 jaar geleden begonnen bij AMNET. Dit is mijn tak van sport en Aegis had die nog niet in huis. Ze hebben mij gevraagd om dit op te starten,” legt hij uit.

Inmiddels is AMNET een belangrijke speler op de online reclamemarkt, waar jaarlijks ruim een miljard euro in omgaat. Binnen die markt neemt programmatic advertising of Real Time Bidding een steeds groter aandeel in beslag.

Video
Aanvankelijk waren het vooral banners die via dit systeem werden verhandeld en geplaatst. Dankzij de ontwikkeling van nieuwe technologieën is het ook toepasbaar voor nieuwere vormen van reclame zoals rich media en video. Het aandeel van die twee categorieën is het laatste half jaar van 2015 enorm toegenomen. Het aantal banners groeide met 33 procent, rich media met 116 procent en videoreclames met 262 procent ten opzichte van 2014.

Andere media
Van der Bilt heeft inmiddels een stapje hoger op de ladder gezet en is directeur van Amplifi, moederbedrijf van AMNET. ,,Nu gebeurt Real Time Bidding nog alleen op internet, maar bij Aegis denken we dat dit straks ook op andere media gaat gebeuren. Misschien niet over een of twee jaar, maar dat gaat er komen. Daarom hebben we Amplifi opgericht, zodat we alles onder één noemer kunnen brengen. Als andere media deze kant op bewegen kunnen we daar meteen van profiteren,” zegt hij.

Bij AMNET komen via Real Tim Bidding elke seconde 40.000 bidrequests binnen. De instelling van de computer en het algoritme bepaalt waarop wel en niet wordt geboden. ,,Op 39.500 verzoeken doen we geen bod, omdat die niet interessant zijn,” zegt Van der Bilt. ,,Wat AMNET zo bijzonder maakt is ook dat we techniekonafhankelijk zijn. Er zijn veel verschillende tools om mee te kunnen bieden. Wij kunnen op alle grote systemen die er zijn bieden.”

Adblockers
Hoewel de online advertentiemarkt razendsnel blijft groeien, ligt ere en groot gevaar op de loer. Adblockers kunnen ervoor zorgen dat er straks helemaal geen banner, video of andere uiting op het scherm verschijnt.

Van der Bilt erkent dat gevaar. ,,Vanuit adverteerderskant kunnen we daar niets tegen doen,” zegt hij. ,,Wel vanuit de publisherskant. Die kunnen bijvoorbeeld zorgen dat je hun content alleen kunt bekijken als je geen adblocker hebt geïnstalleerd. Anders gaat het scherm op zwart. Een andere mogelijkheid is dat er betaald moet gaan worden voor online content, net zoals de Wall Street Journal nu al doet. Ook gaan er nu stemmen op dat er meer relevante reclame aangeboden moet worden, maar daar ben ik het niet mee eens. Zelfs relevante reclame kan irritant zijn en dus geblokt worden. Dat kan dus maar ten dele een oplossing zijn.”

Privacy
Rest nog de vraag over het morele aspect. Hoe is het gebruik van cookies om profielen in kaart te brengen te rijmen met de privacyregels? Van der Bilt: ,,Ik vind het gebruik van cookies juist een hele zuivere manier om dit te doen, want je kunt je eigen cookies makkelijk manipuleren of wissen. Kortom: je hebt het zelf in de hand. Bovendien zorgt het systeem ervoor dat mensen minder geconfronteerd worden met irritante reclame en meer met aanbiedingen die op hen gericht zijn.”

 
 
Wednesday, 14 October 2015 | Written by André Oerlemans

Snelheid wint het op groeiende online advertentiemarkt

Programmatic advertising of Real Time Bidding (RTB), waarbij online advertenties via automatische computerprogramma’s in een fractie van een seconde geveild en verkocht worden, is de grote winnaar op de advertentiemarkt in het eerste halfjaar van 2015.

Waar de omzet van online adverteren met 7 procent toenam, nam die van programmatic advertising met 47 procent toe ten opzichte van het eerste half jaar van 2014.

Dat blijkt uit de Online Ad Spend Study H1 2015 die Deloitte in opdracht van het Interactive Advertising Bureau (IAB) Nederland heeft uitgevoerd.

In de eerste helft van 2014 spendeerden adverteerders 57 miljoen euro aan deze vorm van online adverteren. Dit jaar liep dat op tot 83 miljoen euro. Volgens de onderzoekers zal die groei in de tweede helft van dit jaar verder doorzetten.

Programmatic advertising werkt razendsnel. Op een Ad Exchange beurs worden via cookies opgestelde profielen van internetgebruikers in tienden van een seconden geveild. Terwijl de pagina waarop de gebruiker heeft geklikt nog aan het laden is, verschijnt de advertentie van de winnaar al op het scherm van de computer, laptop, tablet of smartphone.

Aanvankelijk waren het vooral banners die via dit systeem werden verhandeld en geplaatst. Dankzij de ontwikkeling van nieuwe technologieën is het ook toepasbaar voor nieuwere vormen van reclame zoals rich media en video. Het aandeel van die twee categorieën is het laatste half jaar van 2015 enorm toegenomen. Het aantal banners groeide met 33 procent, dat van rich media met 116 procent en dat van videoreclames met 262 procent ten opzichte van 2014.

In het tweede half jaar van 2015 zal de groei in omzet verder toenemen, verwacht Deloitte. In de tweede helft van het jaar worden namelijk de duurdere formats tegen hogere prijzen verkocht. Dat komt omdat de vraag op de programmatig beurzen in de laatste maanden van het jaar toeneemt, met name de vraag naar de duurdere video- en rich media reclame.
Wednesday, 14 October 2015 | Written by André Oerlemans

By accepting you will be accessing a service provided by a third-party external to https://www.candidplatform.com/

Be Candid,
it’s contagious.

Candidness is the quality of speaking with
honesty and authenticity. Our Candid editorial
team shares stories that matter on media, data,
marketing, creativeness and technology.